1971
1973
1974
1977
1978
1979
1993
1998
2000
2002
2007
A. Ik woonde bij mijn vader thuis, ik denk tot drie jaar geleden. Ik was getrouwd, maar omdat ik op dat moment geen geld had, bleef ik nog twee jaar bij mijn vader en moeder nadat ik was getrouwd, Al het geld dat ik verdiende met werken ging op aan mijn motor. Ongeveer vier jaar geleden had ik nog geen geld. Geen geld voor eten of iets dergelijks, alles ging op in de motocross. Mijn vader en moeder hebben ons van eten voorzien en ik hoefde niet voor een huis of iets anders te betalen.
V. Nou, dan moet je vader wel van motocross houden?
A. De eerste keer dat ik begon met motocross vond hij het niet leuk. Hij is een sportman, één keer werd hij vijfde tijdens de Finse kampioenschappen skiën. Maar ik begon met motocross en dat vond hij niet leuk.
V. Nou, dan moet je vader wel van motocross houden?
A. De eerste keer dat ik begon met motocross vond hij het niet leuk. Hij is een sportman, één keer werd hij vijfde tijdens de Finse kampioenschappen skiën. Maar ik begon met motocross en dat vond hij niet leuk.
Mikkola schrijft veel van zijn succes toe aan zijn fysieke conditie.
V. Hoe oud was je toen?
A. Dat was in '64.
V. Tien jaar geleden, dan was je dus 19 jaar oud?
A. Ik was 19, ja. Maar later, in het volgende jaar werd ik Junior en won ik elke wedstrijd. In die tijd keek hij steeds meer naar de motocross en begon er steeds meer van te houden. Het jaar daarop moest ik in militaire dienst en was ik blut. Hij kocht een motorfiets voor mij en hielp mij toen behoorlijk veel, daarna, misschien vijf jaar later, betaalde ik alles zelf.
V. Hoe lang heb je in dienst gezeten?
A. Tien maanden, ik was monteur aan tanks.
V. Is het duur om met motocross te beginnen?
A. Motoren zijn erg duur in Finland. Ongeveer net zo veel geld als dat je verdient met één jaar werken. Een motor kostte misschien zeven of acht jaar geleden nog 5000 Finse Marken. Nu kost ie ongeveer 7000 of 8000 Finse Marken, maar iedereen verdient nu driemaal zoveel als zeven of acht jaar geleden.
V. Hoe lang was je Junior? Hoeveel jaar?
A. Eén jaar. Dat was denk ik in 1964, het jaar daarop was ik Senior. Dat jaar brak ik mijn pols, daarom reed ik maar vijf of zes wedstrijden.
V. Je was Senior, maar geen professional?
A. Nee, geen professional dat jaar. Mijn eerste jaar als professional was 1971.
V. Toen je Senior was, kreeg je toen wat steun van een Finse Husqvarna dealer, een sponsorovereenkomst?
A. Nee, in die tijd nog niet. Niet zeven jaar geleden. Maar nu steunen ze veel. Husqvarna dealers, Yamaha dealers, en CZ dealers helpen nu veel.
V. Na het leger werkte je als vrachtwagenmonteur en reed je tegelijkertijd wedstrijden?
A. Ja.
V. Dat is zwaar, nietwaar?
A. Ja, maar in die tijd reed ik motocross voor m'n plezier. Nu is het veel zakelijker.
V. Wat deed je beslissen om professional motocrosser te worden?
A. Waarom ik het deed? Dat was omdat ik in 1970 een goed seizoen had, een vierde plaats in het wereldkampioen-schap en daarna wilde Husqvarna mij steunen. Op dat moment dacht ik dat het tijd was om professional te worden.
V. Dus je zegde je baan op?
A. Ja, geen baan meer, alleen motocross, dit omdat het motocross seizoen negen tot tien maanden duurde en je daarna misschien maar drie maanden vrij hebt. Het is beter om dan maar wat te rusten en wat lichte training te doen.
V. Toen je voor het eerst professional was, verdiende je toen meer geld met motocrossen dan met werken?
A. Ja, maar het werk was zwaarder en ik moest Finland er voor verlaten. Te veel reizen.
V. Je houdt niet van reizen?
A. Nee, niet erg veel. Gewoonlijk blijf ik hier in Finland en als ik wil reizen dan ga ik gedurende de week met de auto naar Duitsland. Maar ik hou nu eenmaal erg van Finland.
V. Gaat het reizen nu beter, nu je per vliegtuig kan gaan?
A. Ja, het is beter. Ik hou er niet zo van om met de auto te reizen. Vliegen is wat duurder, maar niet te duur.
V. Je moest wel hebben deelgenomen aan Grand Prix's voordat je Husqvarna fabrieksrijder werd.
A. Ja, ik reed veel in '68 en '69, maar niet iedere Grand Prix. Misschien twee of drie in Finland, Zweden en één in Polen. Maar in '68 was ik tweede in Zweden. Normaal gesproken was ik eerste geweest, maar die idiote fabriek......het was Torsten Hallman, weet je. In de eerste manche was ik zesde en de tweede manche won ik. En Torsten Hallman was eerste in de eerste manche en in de tweede manche lag hij misschien vierde of zoiets. Maar twee Husqvarna rijders lagen vóór Hallman en zij hielden in, die Zweedse jongens en daardoor won Torsten Hallman, maar normaal gesproken had ik gewonnen. De fabriek mocht Torsten graag, maar dat is eigenlijk wel normaal omdat hij wereldkampioen was.
V. Heb je altijd op Husqvarna gereden?
A. Ja, tien jaar nu. Het is de beste motor die ik ken.
V. Waar reed je je eerste Grand Prix, in Finland?
A. Finland, ja. Ik denk dat het in '67 was.
V. Wat vond je er van? Voelde het als een heel bijzondere wedstrijd?
A. Ja, toen ik startte en eerste lag. Na twee ronden lag ik 200 meter voor op iedereen. In de derde ronde was ik zó moe, in de vierde ronde passeerde Hallman mij en daarna iedereen. Ik werd misschien
A. Nee, in die tijd nog niet. Niet zeven jaar geleden. Maar nu steunen ze veel. Husqvarna dealers, Yamaha dealers, en CZ dealers helpen nu veel.
V. Na het leger werkte je als vrachtwagenmonteur en reed je tegelijkertijd wedstrijden?
A. Ja.
V. Dat is zwaar, nietwaar?
A. Ja, maar in die tijd reed ik motocross voor m'n plezier. Nu is het veel zakelijker.
V. Wat deed je beslissen om professional motocrosser te worden?
A. Waarom ik het deed? Dat was omdat ik in 1970 een goed seizoen had, een vierde plaats in het wereldkampioen-schap en daarna wilde Husqvarna mij steunen. Op dat moment dacht ik dat het tijd was om professional te worden.
V. Dus je zegde je baan op?
A. Ja, geen baan meer, alleen motocross, dit omdat het motocross seizoen negen tot tien maanden duurde en je daarna misschien maar drie maanden vrij hebt. Het is beter om dan maar wat te rusten en wat lichte training te doen.
V. Toen je voor het eerst professional was, verdiende je toen meer geld met motocrossen dan met werken?
A. Ja, maar het werk was zwaarder en ik moest Finland er voor verlaten. Te veel reizen.
V. Je houdt niet van reizen?
A. Nee, niet erg veel. Gewoonlijk blijf ik hier in Finland en als ik wil reizen dan ga ik gedurende de week met de auto naar Duitsland. Maar ik hou nu eenmaal erg van Finland.
V. Gaat het reizen nu beter, nu je per vliegtuig kan gaan?
A. Ja, het is beter. Ik hou er niet zo van om met de auto te reizen. Vliegen is wat duurder, maar niet te duur.
V. Je moest wel hebben deelgenomen aan Grand Prix's voordat je Husqvarna fabrieksrijder werd.
A. Ja, ik reed veel in '68 en '69, maar niet iedere Grand Prix. Misschien twee of drie in Finland, Zweden en één in Polen. Maar in '68 was ik tweede in Zweden. Normaal gesproken was ik eerste geweest, maar die idiote fabriek......het was Torsten Hallman, weet je. In de eerste manche was ik zesde en de tweede manche won ik. En Torsten Hallman was eerste in de eerste manche en in de tweede manche lag hij misschien vierde of zoiets. Maar twee Husqvarna rijders lagen vóór Hallman en zij hielden in, die Zweedse jongens en daardoor won Torsten Hallman, maar normaal gesproken had ik gewonnen. De fabriek mocht Torsten graag, maar dat is eigenlijk wel normaal omdat hij wereldkampioen was.
V. Heb je altijd op Husqvarna gereden?
A. Ja, tien jaar nu. Het is de beste motor die ik ken.
V. Waar reed je je eerste Grand Prix, in Finland?
A. Finland, ja. Ik denk dat het in '67 was.
V. Wat vond je er van? Voelde het als een heel bijzondere wedstrijd?
A. Ja, toen ik startte en eerste lag. Na twee ronden lag ik 200 meter voor op iedereen. In de derde ronde was ik zó moe, in de vierde ronde passeerde Hallman mij en daarna iedereen. Ik werd misschien
negende of tiende. Tijdens de start van de tweede manche lag ik wéér eerste, maar halverwege die eerste ronde passeerde iemand mij en halverwege de wedstrijd begon het te regenen en stopte de elektronica ermee.
V. Vorig jaar reed je in de 250 cc klasse.
Wat bevalt je meer, de 250 of de 500?
A. O, het is bijna hetzelfde. Er is niet al te veel verschil. Misschien is de 500 cc klasse voor mij beter, omdat ik van vermogen hou, veel vermogen. In december wilde ik nog niet in de 500 cc klasse rijden, maar toen wist ik nog niet dat Husqvarna zo'n goede 500 cc fiets kon maken.
V. Toen je in '68 wedstrijden begon te rijden, was motocross toen een belangrijke sport in Finland?
A. Nee, niet zo belangrijk.
V. Had je een zeer goede motor?
A. Ja.
V. Een nieuwe Husqvarna?
A. Nee, niet nieuw, één jaar oud.
V. Dat is niet zo slecht.
A. Dat is goed. Ik reed misschien 16 wedstrijden. Twaalf keer won ik, één keer tweede en drie keer viel ik uit....toen ik Junior was.
V. Deed je al het onderhoud zelf?
A. Ja, tot vlak voordat ik fulltime fabrieksrijder werd, deed ik het zelf.
V. Wat was het eerste jaar dat je fabrieksrijder was?
A. In 1971. Maar in '69 en '70 hielp de fabriek mij. Alleen gedurende die periode betaalde ik de helft voor de motor en de onderdelen.
V. En in 1970 was je vierde? Om vierde te zijn moest je wel alle Grand Prix's afreizen.
A. Ja, ik reisde overal heen. Ik heb een Mercedes met een caravan erachter. Ik deed de hele dag over 50 kilometer en iedere morgen had ik een probleem met de motor. Die wilde nooit starten. Elke dag was ik automonteur.
V. Maar je werd vierde. Dat is heel goed. Even zien, Bengt Aberg won de titel in '70, nietwaar?
A. Ja, maar ik reed in de 250. Het was Joël en Geboers was tweede. Ik denk dat Roger DeCoster derde was en normaal gesproken was er één punt verschil tussen Roger en mij., maar in één wedstrijd in Oostenrijk won ik beide manches. In de tweede manche werd Joël tweede en Roger derde en toen viel Joël uit. Joël hielp zo Roger aan de derde plaats. Zoals gewoonlijk zat ik daar weer mooi mee opgescheept.
V. Het is moeilijk hè, als je helemaal op jezelf bent aangewezen?
A. Ja, maar dat was een goed jaar. Van de laatste vier Grand Prix's won ik er drie, met maar twee reserve motoren, maar ik had wel vele malen een goede start.
V. En dus gaf de fabriek je in het volgende jaar, in 1971, veel ondersteuning en een monteur?
A. Ondersteuning ja, maar geen monteur.......ach, in 1971, dat was nogal een krankzinnige tijd.
V. Waren er problemen met de machine of problemen met de fabrieksstrategie?
A. De strategie was niet erg best.
V. Problemen met de fabriek?
A. Ja, grote problemen. Ik wil liever niet praten over die tijd.
V. Vorig jaar reed je in de 250 cc klasse.
Wat bevalt je meer, de 250 of de 500?
A. O, het is bijna hetzelfde. Er is niet al te veel verschil. Misschien is de 500 cc klasse voor mij beter, omdat ik van vermogen hou, veel vermogen. In december wilde ik nog niet in de 500 cc klasse rijden, maar toen wist ik nog niet dat Husqvarna zo'n goede 500 cc fiets kon maken.
V. Toen je in '68 wedstrijden begon te rijden, was motocross toen een belangrijke sport in Finland?
A. Nee, niet zo belangrijk.
V. Had je een zeer goede motor?
A. Ja.
V. Een nieuwe Husqvarna?
A. Nee, niet nieuw, één jaar oud.
V. Dat is niet zo slecht.
A. Dat is goed. Ik reed misschien 16 wedstrijden. Twaalf keer won ik, één keer tweede en drie keer viel ik uit....toen ik Junior was.
V. Deed je al het onderhoud zelf?
A. Ja, tot vlak voordat ik fulltime fabrieksrijder werd, deed ik het zelf.
V. Wat was het eerste jaar dat je fabrieksrijder was?
A. In 1971. Maar in '69 en '70 hielp de fabriek mij. Alleen gedurende die periode betaalde ik de helft voor de motor en de onderdelen.
V. En in 1970 was je vierde? Om vierde te zijn moest je wel alle Grand Prix's afreizen.
A. Ja, ik reisde overal heen. Ik heb een Mercedes met een caravan erachter. Ik deed de hele dag over 50 kilometer en iedere morgen had ik een probleem met de motor. Die wilde nooit starten. Elke dag was ik automonteur.
V. Maar je werd vierde. Dat is heel goed. Even zien, Bengt Aberg won de titel in '70, nietwaar?
A. Ja, maar ik reed in de 250. Het was Joël en Geboers was tweede. Ik denk dat Roger DeCoster derde was en normaal gesproken was er één punt verschil tussen Roger en mij., maar in één wedstrijd in Oostenrijk won ik beide manches. In de tweede manche werd Joël tweede en Roger derde en toen viel Joël uit. Joël hielp zo Roger aan de derde plaats. Zoals gewoonlijk zat ik daar weer mooi mee opgescheept.
V. Het is moeilijk hè, als je helemaal op jezelf bent aangewezen?
A. Ja, maar dat was een goed jaar. Van de laatste vier Grand Prix's won ik er drie, met maar twee reserve motoren, maar ik had wel vele malen een goede start.
V. En dus gaf de fabriek je in het volgende jaar, in 1971, veel ondersteuning en een monteur?
A. Ondersteuning ja, maar geen monteur.......ach, in 1971, dat was nogal een krankzinnige tijd.
V. Waren er problemen met de machine of problemen met de fabrieksstrategie?
A. De strategie was niet erg best.
V. Problemen met de fabriek?
A. Ja, grote problemen. Ik wil liever niet praten over die tijd.