Interviews

Selecteer jaartal

1

2

3

dat betreft kan ik volledig vertrouwen op mijn monteur Heikki Penttila, die ook vorig jaar al deel van mijn ploeg uitmaakte.
Deze Heikki-nummer-twee is erg competent en ik vertrouw volledig op hem en zijn werk". Heikki Penttila studeerde, nu ruim een jaar geleden, af als automobiel-ingenieur aan de Technische Hogeschool van Helsinki en z'n eerste vaste betrekking was die van racemecanicien in een fabrieksteam. Penttila rijdt zelf ook motor en hij is zelfs eens de nationale juniorkampioen endurorijden van Finland geweest.
Hij heeft zich ook beziggehouden met motocross, maar hij ontdekte dat de enige resultaten die hij boekte, stukgereden onderdelen van zijn machine waren. In zijn pogingen om die telkens weer te repareren begon hij zelfs te zoeken naar betere constructieve oplossingen. Ook Heikki Mikkola’s gezinsleven is dik voor elkaar. “Ik heb een overeenkomst gesloten met Kaija (Heikki’s vrouw) dat zij niet zal gaan crossen en dat ik me niet zal bemoeien met de huishouding”. Niettemin kan het gebeuren dat je Heikki verrast terwijl hij een dikke T-bone steak staat klaar te maken, en Kaija heeft ooit eens het Finse kampioenschap sneeuwscooterrijden voor dames gewonnen.
“De rustperiode die ik na het afsluiten van de wereldtitelserie eind vorig jaar heb genomen, is nogal lang. Eén van de redenen dat ik zo’n lange pauze heb ingelast, is om te voorkomen dat ik genoeg krijg van het crossen. Ik moet zo nu en dan even afstand kunnen nemen van de wedstrijdsport, zodat ik daarna vol energie aan het nieuwe seizoen kan beginnen”, zo verklaart Heikki de wijze waarop hij de maanden na het behalen van zijn wereldtitel heeft doorgebracht. Hij liet zelfs de Trans-AMA serie schieten, hoewel daar heel wat prijzengeld te verdienen viel.

“De Grand Prix-serie en de titel zijn mijn voornaamste doelen”. Heikki filosofeert verder over lichamelijke conditie. “Het belangrijkste voor een motocrossrijder is, dat hij tijdens het seizoen bij wijze van training elke dag tweemaal een afmattende Grand Prix-manche van 40 minuten plus twee ronden kan rijden, en dat het hele seizoen vol weet te houden. Zelfs aangeboren rijcapaciteiten en het volgen van de ideale lijnen op de circuits helpen niet, als je niet in staat bent van de eerste tot en met de laatste ronde voluit te gaan, en als je de benodigde conditie niet het hele seizoen kunt handhaven”.

Gedurende zijn rustseizoen houdt Heikki Mikkola zijn basisconditie op peil door het beoefenen van diverse sporten. Hij bedrijft niet alleen “normale” sporten maar is ook een toegewijd jager.
Heikki beschouwt jagen als ontspannend, opwindend, interessant en lichamelijk veeleisend. Tijdens het afgelopen jachtseizoen schoot hij verscheidene eenden en konijnen, maar hij zag tevens kans persoonlijk twee elanden neer te leggen (zijn club had toestemming om er in totaal tien te schieten). Heikki is wel op de hoogte van het bestaan van stimulerende middelen zoals anabolische steroïden, die in de atletiek veel worden toegepast, maar hij heeft ze zelf nooit gebruikt. “Ik heb mezelf altijd in vorm kunnen houden zonder medicijnen”. Een test die enige jaren ge-
leden werd gehouden in een Zweeds sportinstituut toonde aan dat Heikki’s vermogen tot het opnemen van zuurstof (een goede graadmeter voor het vergelijken van lichamelijke prestaties) even groot was als dat van de beroemde Finse Olympische hardloper Kipsuke Keino.
Men heeft Heikki wel verdacht van het gebruik van stimulerende middelen en hij heeft zich in BeIgië eens moeten onderwerpen aan een dopingcontrole. Dat was in 1977 in een onbelangrijke wedstrijd die door Heikki werd gewonnen en waaraan door geen van de Belgische toprijders werd deelgenomen. Heikki had op dat moment nog drie rondes van de Grand Prix-serie voor de boeg. Een tactisch steekje onder water van de organisatoren om de Belgische toppers een psychologisch voordeeltje te bezorgen? Wie weet...

Heikki Mikkola bezit nu wereldtitels in twee van de drie motorcrosscategorieën. Hoe staat het met de 125 cc?
“Die vraag heb ik mezelf wel eens gesteld maar ik geloof dat ik een beetje te zwaar ben voor 125 cc motoren. Lichte machines vergen ook een andere rijtechniek; ze zijn in feite moeilijker te bereiden. Dat zou ik wel kunnen leren, maar dan heb ik altijd nog het nadeel van mijn gewicht van 73 kilo. En het zou nadelig zijn voor mijn conditie als ik probeerde af te vallen. De mogelijkheid dat ik zal uitkomen in de 125 cc titelstrijd, komt geloof ik vaker op in de hoofden van de interviewers dan in het mijne”.
Heikki is werkelijk erg gesteld op de 500 cc klasse. Ik voel me thuis in de zware klasse; Ik ken alle rijders en de onderlinge verstandhouding is beter dan in alle andere categorieën. Ik hou er van om met Heren te duelleren”. Mikkola is de enige Yamaha fabrieksrijder in de 500 cc Grands Prix. (Pierre Karsmakers neemt dit jaar niet aan de GP’s deel). Er is geen enkele teamgenoot om hem zonodig steun te verlenen, maar daarover maakt Heikki zich geen zorgen. “Ik ben altijd al een individualist geweest. En, serieus, ik heb altijd geprobeerd wedstrijden te winnen door mijn rijstijl en niet door teamtactieken. Ik probeer gewoon sneller en beter te rijden dan alle anderen”.

Wat wordt in 1978 het grootste probleem?
“M’n titel behouden. We hebben nog 22 Grand Prix-manches voor de boeg en stuk voor stuk vormen ze een zware opgave. De moeilijkste wedstrijd om me op to concentreren is voor mij de Finse GP Er zijn daar zoveel vrienden en fans die handtekeningen vragen, die telkens weer dezelfde vragen stellen of die alleen maar even goedendag komen zeggen - en ik kan niet onbeleefd tegen ze zijn. Maar het ruïneert mijn concentratie.

Ik veronderstel dat ik nog een jaar of drie tot de wereldtop zal behoren en met een redelijke kans op succes aan GP’s kan deelnemen. Daarna zal ik me gaan concentreren op de een of andere bezigheid die met motocross te maken heeft – misschien trainer, misschien promotor, dat weet ik nog niet. Nu concentreer ik me nog op het rijden.
Maar van motocross zal ik nooit genoeg krijgen”.