1971
1973
1974
1977
1978
1979
1993
1998
2000
2002
2007
Roger DeCoster zei onlangs dat jij waarschijnlijk de taaiste concurrent was die hij is tegengekomen. Zou jij het zelfde over hem zeggen?
Ik denk het wel, ja. Wij reden zo lang tegen elkaar. Er was een behoorlijke rivaliteit: Er waren anderen - Lackey, Graham Noyce - maar zij waren elk maar één jaar mijn belangrijkste rivalen. Roger en ik hadden samen een lange tijd. Mijn favoriete wedstrijd was Luxemburg 1974 – de laatste GP in '74. Roger en ik stonden gelijk voor het kampioenschap. Wie die dag zou winnen, zou de titel winnen. Ik pakte de titel in de eerste manche nadat de motor van Roger kapot ging. Nadat ik de wedstrijd gefinisht was, reed ik terug naar mijn motorhome en Roger was binnen, wachtend met een fles champagne om mij te feliciteren. Van de tweede manche herinner ik me niet veel!
Had je een favoriete baan?
Payerne, Zwitserland. Die was helemaal natuurlijk. Geen bulldozers. Ik won daar elke race waaraan ik deelnam. Er waren daar twee paar natuurlijke dubbelsprongen. Ik was de enige die een manier gevonden had om in één keer over beide te springen. Veel rijders vielen eraf toen ze probeerden me te volgen!
Heb je nog enig advies voor jonge motocrossers?
Ja, altijd meer trainen. Maar wat ik zie zijn hoofdzakelijk rijders die liever materiële dingen zoeken - motorhome, de mobiele telefoon, een vriendin – dan het willen winnen. En iemand anders prepareert altijd de motor. Pa prepareert hem als ze jong zijn en later hebben ze een monteur die hem prepareert. Ik weet niet zeker of zij de motor goed genoeg kennen. Weten ze eigenlijk wel hoe ze bijvoorbeeld de afstelling van de vering moeten verfijnen?
Eén laatste vraag. De meest succesvolle rijders van tegenwoordig zijn behoorlijk rijk geworden. Het lijkt bijna oneerlijk dat jouw generatie van motocross sterren niet in het grote geld kreeg te delen. Hindert dat je?
Nee, nee! De sterren van de motocross verdienen nog slechts een fractie van wat de hockeysterren verdienen. Wat zij nu verdienen, het is geen probleem. Het is allemaal goed voor de sport.
Ik denk het wel, ja. Wij reden zo lang tegen elkaar. Er was een behoorlijke rivaliteit: Er waren anderen - Lackey, Graham Noyce - maar zij waren elk maar één jaar mijn belangrijkste rivalen. Roger en ik hadden samen een lange tijd. Mijn favoriete wedstrijd was Luxemburg 1974 – de laatste GP in '74. Roger en ik stonden gelijk voor het kampioenschap. Wie die dag zou winnen, zou de titel winnen. Ik pakte de titel in de eerste manche nadat de motor van Roger kapot ging. Nadat ik de wedstrijd gefinisht was, reed ik terug naar mijn motorhome en Roger was binnen, wachtend met een fles champagne om mij te feliciteren. Van de tweede manche herinner ik me niet veel!
Had je een favoriete baan?
Payerne, Zwitserland. Die was helemaal natuurlijk. Geen bulldozers. Ik won daar elke race waaraan ik deelnam. Er waren daar twee paar natuurlijke dubbelsprongen. Ik was de enige die een manier gevonden had om in één keer over beide te springen. Veel rijders vielen eraf toen ze probeerden me te volgen!
Heb je nog enig advies voor jonge motocrossers?
Ja, altijd meer trainen. Maar wat ik zie zijn hoofdzakelijk rijders die liever materiële dingen zoeken - motorhome, de mobiele telefoon, een vriendin – dan het willen winnen. En iemand anders prepareert altijd de motor. Pa prepareert hem als ze jong zijn en later hebben ze een monteur die hem prepareert. Ik weet niet zeker of zij de motor goed genoeg kennen. Weten ze eigenlijk wel hoe ze bijvoorbeeld de afstelling van de vering moeten verfijnen?
Eén laatste vraag. De meest succesvolle rijders van tegenwoordig zijn behoorlijk rijk geworden. Het lijkt bijna oneerlijk dat jouw generatie van motocross sterren niet in het grote geld kreeg te delen. Hindert dat je?
Nee, nee! De sterren van de motocross verdienen nog slechts een fractie van wat de hockeysterren verdienen. Wat zij nu verdienen, het is geen probleem. Het is allemaal goed voor de sport.
(BOVEN) HEIKKI MIKKOLA VANDAAG DE DAG IN ZIJN HUIS NABIJ HELSINKI, FINLAND. TUSSEN DE BEDRIJVEN DOOR IS DE “VLIEGENDE FIN” NU EEN BIOLOGISCH LANDBOUWER IN DE ZOMER EN EEN JAGER IN DE WINTER.
(RECHTS) MIKKOLA WON ALLEEN IN 1978 DE AMERIKAANSE 500cc GP IN CARLSBAD, EEN JAAR VOORDAT HIJ ZICH TERUGTROK UIT DE MOTOCROSS.
(RECHTS) MIKKOLA WON ALLEEN IN 1978 DE AMERIKAANSE 500cc GP IN CARLSBAD, EEN JAAR VOORDAT HIJ ZICH TERUGTROK UIT DE MOTOCROSS.
(“Het interview vond voornamelijk plaats in het Engels, ofschoon Mikkola zich af en toe meer op z’n gemak voelde om in het Fins te antwoorden”, zei Tom Andrews, die creatief schrijven doceert aan de Amerikaanse Hogeschool in Rome, over zijn gesprek met Mikkola. “Ik wil graag Pasi Kaarto, van het Instituut voor Kunst en Vormgeving in Vantaa, bedanken voor zijn optreden als bemiddelaar en vertaler.” Voor zijn volgende opdracht werkt Andrews aan een roman over St. Augustine. Dat is alles wat we eigenlijk van Tom weten.)..X
Met dank aan Racer X voor hun toestemming om dit interview te pubiceren.
(Jan-Willem van Essen)
Met dank aan Racer X voor hun toestemming om dit interview te pubiceren.
(Jan-Willem van Essen)