Interviews

Selecteer jaartal

1993

Franse motorblad: "Moto-Journal", februari 1973

“De Amerikaanse importeur bood mij een contract voor zes wedstrijden in de zomer, 4 daarvan heb ik gewonnen. Terug in Europa won ik laatste drie GP’s, die van Finland, Zwitserland en Oostenrijk, nog steeds als privérijder. Ik had uitstekende motoren; in 35 wedstrijden in 1970, had ik door mechanische problemen slechts twee DNF’s (één in Oost-Duitsland, de andere in een internationale wedstrijd in Denemarken)”.

Zo betrouwbaar als de klantenmotoren van Mikkola in 1970 waren, zo onbetrouwbaar was de HVA die hij in 1971 bereed, die brak alle records op het gebied van mechanische problemen. De Zweedse fabriek wilde die vreemde vogel niet verliezen, dus boden zij hem een driejarig contract aan tot eind 1973. De nieuwe prototypen die door de Zweedse fabriek werden gebouwd, bleken allesbehalve betrouwbaar te zijn, “de nieuwe 250 was een nieuw ontworpen motor die vele mechanische problemen kende”. Slechts in staat kunnen zijn om 5 keer uit 12 Grand Prix’s de finish te kunnen halen - één overwinning, vier tweede plaatsen! – eindigde Heikki het seizoen op een vierde plaats in de eindrangschikking.

“Aan het eind van het seizoen 1971 heb ik verzocht om mij door te laten schuiven naar de 500cc klasse, omdat de 360 HVA had bewezen een veel betrouwbaardere motor te zijn”. Het duurde niet lang dat Heikki zich had aangepast aan de nieuwe klasse en na een paar GP’s werd het duidelijk dat Heikki de voornaamste concurrent van DeCoster zou zijn voor de titel. “In Sittendorf, Oostenrijk, was er heel wat modder en kreeg ik problemen met de motor, wat een 9de plaats in de totaalstand betekende. De baan in Payerne, Zwitserland, vrij veel lijkend op Farleigh Castle, is bedekt met gras en dit is het type baan dat me goed past: Ik versloeg DeCoster die dag. In Zweden kon ik niet eens één ronde voltooien, nadat de motor kapot ging. In Corseul, Frankrijk, greep ik de derde plek. De baan was te kort en er was teveel stof. Een GP baan zou ergens tussen de 2 of 3 minuten gerond moeten kunnen worden en dat was niet wat in Frankrijk gebeurde. De Russische GP was erg zwaar. Het had de dag vóór de wedstrijd geregend en de aard van de baan vereiste een sterk uithoudingsvermogen. Ik pakte de tweede plaats achter DeCoster”.

Tijdens de volgende GP, in Tsjechoslowakije, reed Heikki op de 360 die tot dan gereserveerd was voor Bengt Aberg, de voormalig wereldkampioen. De Zweedse rijder werd beschouwd als de nummer één binnen het team, dat geheel bestond uit Zweeds personeel…

“Aberg reed de 360 in Zwitserland, Zweden en de Sovjetunie en toen mocht ik hem tijdens de Tsjechoslowaakse GP berijden. DeCoster zou daar eigenlijk gewonnen moeten hebben, maar zijn motor begaf het in de laatste ronde en toen won ik. Op mijn beurt kreeg ik in Engeland problemen met de motor, in de eerste manche verboog ik het schakelpedaal door een steen die onder de modder verscholen zat en in de tweede manche viel ik en brak mijn stuur”.